Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de uitvoering van onze taken worden we geconfronteerd met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeente is door de risico’s af te zetten tegen de mogelijkheden om de risico’s op te kunnen vangen.
Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen, naar de omvang van de reserves en naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen. We doen dit voor een periode van vier jaar (dynamisch weerstandsvermogen).
Het weerstandsvermogen laat zien of de gemeente in staat is de effecten van risico’s op te vangen. Als maatstaf hanteren we de ratio van het weerstandsvermogen. Deze geeft de verhouding weer tussen het beschikbare weerstandsvermogen (welke middelen zijn er om risico’s op te vangen?) en het benodigde weerstandsvermogen (welke risico’s lopen we?). Een ratio van 100% betekent dat er voldoende weerstandsvermogen beschikbaar is om het effect van de ingeschatte risico’s te kunnen opvangen.
Het kader voor het weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgelegd in de op 4 juni 2025 door de raad vastgestelde kadernota Weerstandsvermogen en Risicomanagement 2025 (120820-2025) . In de kadernota zijn onder andere de streefwaarden opgenomen voor de kengetallen en staan de uitgangspunten voor ons weerstandsvermogen beschreven. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen wordt twee keer per jaar geactualiseerd: bij de begroting en bij de gemeenterekening.
De ratio weerstandsvermogen is 161% in 2026 waarmee we ruim boven de streefwaarde van 100% zitten. Door toename van de risico’s uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/grondexploitaties) en gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV en opname van het risico Windmolens Roodehaan is de ratio weerstandsvermogen in 2026 ten opzichte van de stand bij de jaarrekening 2024 met 6% afgenomen.
De toename van het benodigd weerstandsvermogen vanaf 2028 is het gevolg van de landelijke bezuinigingstaakstelling voor de jeugdzorg. Hieronder wordt dit toegelicht. Meerjarig voldoen we aan de streefwaarden waarmee ons weerstandsvermogen op orde is en we anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.
Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een groot aantal inschattingen bij het bepalen van het benodigd en beschikbaar weerstandsvermogen. Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen. De kengetallen netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) en de solvabiliteit zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen. De netto schuldquote in de begroting 2026 is 108,1% en de solvabiliteit is 13%. De solvabiliteit is hoofdzakelijk verbeterd door de toevoegingen aan de algemene reserve ter versterking van ons eigen vermogen. Om te waarborgen dat de financiële positie van de gemeente houdbaar blijft beoordelen we de hoogte van de kengetallen in samenhang met het weerstandsvermogen (zie algemeen oordeel aan het eind van deze paragraaf).
Er zijn twee grote ontwikkelingen die de komende jaren effect hebben op de kengetallen en de ratio weerstandsvermogen:
- We zien grote nieuwe investeringen op ons af komen zoals opgenomen in de strategische investeringsagenda voor onder andere de energietransitie, nieuwe gebiedsontwikkelingen, onderwijshuisvesting, een nieuw muziekcentrum en de vervanging van maatschappelijk vastgoed. Dat betekent een toename van de risico’s op verschillende fronten en een grote toename van nieuw aan te trekken leningen. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zichtbaar in de financiële kengetallen. Dit zal eveneens effect hebben op het weerstandsvermogen en de solvabiliteit. Bij nieuwe activiteiten en projecten brengen we de effecten voor het weerstandsvermogen en de kengetallen in beeld en geven we aan hoe we met de benodigde aanvulling van het beschikbaar weerstandsvermogen omgaan.
- De financiële ruimte voor gemeenten staat onder druk. Dit komt hoofdzakelijk door de korting op het gemeentefonds vanaf 2026. Voor Groningen gaat het om circa 27 miljoen euro per jaar. Daarnaast blijft er veel onzekerheid bestaan over jeugdzorg. Het Rijk heeft de taakstelling voor gemeenten in 2026 en 2027 verlaagd, maar vanaf 2028 juist fors verhoogd naar 23,1 miljoen euro. Dit leidt vanaf 2028 tot een significant hoger risico sociaal domein. Dit is de reden dat de ratio weerstandsvermogen sterk daalt vanaf 2028.
