Overzichten

Strategische investeringsagenda (SIA)

In de strategische investeringsagenda zijn momenteel 25 strategische investeringsprojecten opgenomen. Met de strategische investeringsagenda kunnen we alle projecten periodiek en in samenhang beschouwen en zo een goede afweging maken. Hiermee krijgen we vroegtijdig zicht op de (financiële) effecten van de investeringsprojecten, zodat we tijdig en integraal kunnen bespreken welke projecten we kunnen starten en ook kunnen realiseren.

We actualiseren de strategische investeringsagenda elk jaar. Hiermee krijgen we steeds meer grip op de ramingen. De consequenties voor de begroting bepalen we elk jaar door onderscheid te maken tussen investeringsprojecten die de begroting raken (en waarvoor in de begroting middelen gereserveerd moeten worden) en projecten waarvan op langere termijn middelen beschikbaar moeten komen.

Financiële reservering
Voor de projecten die de begroting 2026 raken nemen we een financiële reservering op. Dit betreft alleen nog maar een financiële reservering. Voor deze projecten moeten nog keuzes worden gemaakt. De definitieve keuzes worden uiteindelijk bij een realisatiebesluit per project aan de raad voorgelegd. Op dat moment worden ook de benodigde middelen vanuit de financiële reservering overgeheveld naar het project. De financiële afspraken zijn vastgelegd in het kader SIA. Dit kader maakt onderdeel uit van het kader resultaatbestemming en resultaatbepaling.

Voor de projecten in onderstaand overzicht geldt dat hier op korte(re) termijn een investeringsbesluit wordt verwacht. We geven een indicatie van de structurele lasten bij deze projecten. Daarnaast houden we in de financiële reservering rekening met een rentebuffer om hogere rentekosten als gevolg van een hogere marktrente te kunnen betalen.

Financiële reservering SIA begroting

2026

2027

2028

2029

2030

2031

1

Nieuw muziekcentrum*

-530

-743

-462

-647

-749

-616

2

Gebiedsontwikkeling Kardinge - structureel

0

0

-312

-361

-685

-1.023

3

Martiniplaza*

-1.243

-1.322

-1.354

-1.365

-1.256

-1.245

4

Museum aan de A - structureel

-618

-766

-870

-1.207

-1.207

-1.207

5

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed - structureel

0

0

-1.060

-1.462

-1.775

-1.775

6

Warmtenet 

-686

-836

-966

-1.054

-1.106

-1.106

7

Zonnepark Meerstad Noord - structureel

-65

-335

-769

-1.131

-1.425

-1.719

8

Gebiedsontwikkeling Stationsgebied - structureel

0

0

0

-263

-263

-263

9

Meerstad (herijking masterplan) - structureel

-225

-675

-1.350

-2.025

-2.700

-3.150

10

Masterplan sportvoorzieningen*

-355

-1.272

-3.061

-4.460

-8.605

-12.115

11

Gemeentelijk ontwikkelbedrijf

-150

-150

-150

-150

-150

-150

12

Meerjarenvervangingsplan openbare ruimte

0

0

-30

-823

-1.558

-2.190

13

Wijkposten Stadsbeheer*

0

0

0

-626

-626

-626

Rentebuffer voor hogere marktrente

-500

-1.000

-1.900

-2.700

-3.500

-4.300

Totaal financiële reservering SIA

-4.372

-7.099

-12.284

-18.275

-25.605

-31.485

*Voor deze projecten worden in de ontwerpbegroting 2026 middelen uit de financiële reservering overgeheveld naar het desbetreffende deelprogramma (zie ook de toelichting bij het project).

We geven een toelichting op de strategische investeringsprojecten die de begroting 2026 raken.

1. Nieuw muziekcentrum
Een voorziening zoals nu de Oosterpoort is onmisbaar om de aantrekkingskracht van Groningen te kunnen behouden en om de ambities als cultuurstad waar te kunnen maken. Eerder heeft de raad het Stationsgebied als voorkeurslocatie vastgesteld.
In een afzonderlijke brief (112595-2025) is de raad geïnformeerd over het nieuwe muziekcentrum.
We hebben geconcludeerd dat de bouw van een nieuw muziekcentrum onder één dak in het Spoorkwartier te complex, te duur en te risicovol is. Daarom hebben we gekozen voor renovatie van de huidige Oosterpoort en de bouw van een nieuwe popzaal in het Spoorkwartier (raadsvoorstel 181136-2025). Op deze manier investeren we op een verantwoorde wijze die past bij de culturele ambities van Groningen en optimaliseren we de voorzieningen die er al zijn. Met de plannen voor één nieuwe grote popzaal en een renovatie ontstaan twee kleinere projecten die beter beheersbaar en faseerbaar zijn dan de bouw van een compleet nieuw muziekcentrum

Relatie met financiële reservering
In 2035 is circa 16,5 miljoen euro structureel beschikbaar voor de exploitatie van het nieuwe muziekcentrum. Er ligt nog geen investerings- en exploitatieraming van de renovatie en nieuwe popzaal.
Het huidige financiële kader wordt als uitgangspunt genomen voor de verdere uitwerking. Dit houdt in dan we voor de financiële reservering er vanuit gaan dat de jaarlijkse exploitatiekosten kunnen worden gedekt binnen de beschikbare middelen. In de jaren rondom realisatie houden we rekening met incidentele aanvulling van 4,2 miljoen euro.
Uitgangspunt is de dat gereserveerde middelen voor het nieuwe muziekcentrum de komende jaren beschikbaar blijven en worden gespaard in een reserve voor het nieuwe muziekcentrum. We stellen hiervoor (op termijn) een bestemmingsreserve nieuw muziekcentrum in.

Naast de middelen voor een nieuw muziekcentrum houden we rekening met aanvullende investeringen / onderhoudskosten die nodig zijn om de Oosterpoort tot de opening van een nieuw muziekcentrum in stand te houden.
Bij de begroting 2026 wordt voor de jaarschijf 2026 krediet aangevraagd voor de noodzakelijke investeringen voor instandhouding van de Oosterpoort. De kapitaallasten bij deze investeringen in 2026 (155 duizend euro in 2026 en 368 duizend euro vanaf 2027) worden overgeheveld naar deelprogramma 3.5 Cultuur en evenementen.
Daarnaast is in de financiële reservering rekening gehouden met een aanvulling van de onderhoudsvoorziening in 2026 en 2027. De aanvulling voor 2026 van 375 duizend euro is verwerkt in de begroting 2026.

2. Gebiedsontwikkeling Vitaliteitscampus en sportcentrum Kardinge
In de afgelopen periode is in het kader van de strategische investeringsagenda gewerkt aan het herijken van de opgaves voor het sportcentrum Kardinge en de integrale gebiedsontwikkeling van de Vitaliteitscampus. De varianten voor nieuwbouw van het sportcentrum zijn concreter uitgewerkt op programma, energieconcept, investering en exploitatie. Op basis van de uitkomsten van de herijking hebben wij de keuze gemaakt voor de verdere uitwerking van de nieuwbouw van het sportcentrum te werken met één voorkeursvariant. In de voorkeursvariant gaan we uit van volledige nieuwbouw voor het volgende (sport)programma:
▪   Centraal entree- en horecagebied, kantoor/overleg/werkruimtes en centrale technische ruimten;
▪   IJsvoorzieningen: een schaatshal (met 400m-baan en een 30x60m ijsvloer op het middenterrein) en een ijshal (voor ijshockey, shorttrack en kunstschaatsen, met een 30x60m ijsvloer en 1.000 toeschouwerplaatsen);
▪   Binnensportvoorzieningen: Een breedtesporthal, een competitiesporthal t.b.v. professioneel basketbal en volleybal (inclusief 3.000 vaste en 500 flexibele toeschouwerplaatsen), een trainingshal, twee dojo’s, een trainingsruimte (voor warming-up-/herstel-/kracht-/fysiotraining) en mogelijk squash;
▪   Zwemvoorzieningen: Een breder 25 meter bad met 8 banen (25 x 21 meter), een langer doelgroepenbad met 6 banen (25 x 15 meter) en een recreatief bad (met glijbanen, peuterbad en waterspeeltuin).

Uitgangspunt is dat alle programmaonderdelen ‘onder-één-dak’ nieuw worden gerealiseerd. De raad is geïnformeerd over de voorkeursvariant en gevraagd hier wensen en bedenkingen op te geven (145052-2025).

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we al rekening met de benodigde middelen voor Kardinge. Voor de begroting 2026 is dit geactualiseerd. De verwachte investeringssom voor de voorkeursvariant van het nieuwe sportcentrum ligt tussen de 225 en 250 miljoen euro. We verwachten dat de totale structurele lasten van het sportcentrum iets lager uitvallen dan de raming in de begroting 2025 door een gewijzigde afschrijvingssystematiek en een actualisatie van de exploitatie.

Bij de gebiedsontwikkeling verwachten we een tekort. Hierin zitten onder andere kosten bouwrijp maken, aanleg parkeervoorziening, onderwijsprogramma en infrastructuur. We onderzoeken de mogelijkheden het tekort op de gebiedsontwikkeling te verlagen. De mogelijkheden hiervoor nemen we mee bij de actualisatie voor de SIA voor de begroting 2027. Voor de begroting 2026 gaan we vooralsnog uit van een incidentele opgave van 21 miljoen euro.

Voor het huidige sportcentrum is in beeld gebracht welke aanvullende investeringen in onderhoud nodig zijn om het de komende jaren in stand te houden tot de nieuwbouw gereed is. We gaan er vanuit dat deze investeringen gedekt kunnen worden uit de beschikbare onderhoudsvoorziening en de vrijval van kapitaallasten van het huidige sportcentrum.
Vooralsnog denken we 0,1 miljoen euro van de vrijval kapitaallasten niet nodig te hebben voor de noodzakelijke investeringen in onderhoud. Deze middelen reserveren we in een bestemmingsreserve Kardinge voor plankosten, onderhoud en de nieuwbouw. We stellen hiervoor een bestemmingsreserve sportcentrum Kardinge in.

3. Martiniplaza
Martiniplaza heeft een aanbod van theater, topsport, congres en events en is goed voor jaarlijks 500.000 bezoekers en een spin-off van 40 miljoen euro voor stad en regio. Omdat het pand niet meer van deze tijd is, werken we aan een toekomstbestendig Martiniplaza. Aanvankelijk richtten we ons hiervoor op 2030, maar dat wordt nu uiterlijk 2035. We moeten dus langer door met het huidige Martiniplaza, waarvoor een nieuw meerjarenonderhoudsplan is opgesteld.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we al rekening met de benodigde middelen voor de instandhouding van Martiniplaza. In juli 2025 is een raadsvoorstel over de instandhouding en ontwikkeling van Martiniplaza door de raad vastgesteld (58559-2025). Hierin zijn de benodigde structurele middelen voor een onderhoudsbijdrage en een risicobuffer van 0,2 miljoen per jaar opgenomen. Deze worden gedekt uit de in de begroting 2025 opgenomen financiële reservering voor de SIA. In de ontwerpbegroting 2026 is deze bijdrage toegevoegd aan het betreffende deelprogramma 3.5 Cultuur en evenementen. Wanneer niet alle middelen uit de risicobuffer nodig zijn, houden we deze middelen beschikbaar voor Martiniplaza. We stellen hiervoor een bestemmingsreserve nieuwbouw Martiniplaza in.

Voor het realiseren van een toekomstbestendig Martiniplaza zal een aanzienlijke gemeentelijke bijdrage nodig zijn. Hier houden we nu nog geen rekening mee. Aangezien het om een groot bedrag gaat, zullen we hier op tijd voor moeten gaan sparen.

4. Museum aan de A
We willen het Noordelijk Scheepvaartmuseum transformeren naar het Museum aan de A. Het vernieuwde museum heeft de potentie om jaarlijks minimaal 50.000 bezoekers te trekken en een historische ontmoetingsplek te worden voor onderzoek, educatie, lezingen en activiteiten. De gemeente is opdrachtgever van de renovatie en nieuwbouw. Ook wordt de gemeente eigenaar van de panden.

Relatie met financiële reservering
Op basis van een ruimtelijk functioneel ontwerp is een voorlopige raming gemaakt van de stichtingskosten en de benodigde ophoging van de jaarlijkse gemeentelijke subsidie aan MadA. De verwachte investering bedraagt op dit moment circa 23 miljoen euro. In de financiële reservering voor de SIA in de begroting 2025 is al rekening gehouden met de benodigde middelen om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Aanvullend op deze middelen houden we rekening met een risicoreservering die oploopt naar bijna 0,3 miljoen euro vanaf 2029.
Naar verwachting wordt in 2025 een voorstel aan de raad voorgelegd voor een uitvoeringskrediet en de daarmee samenhangende ophoging van de jaarlijkse gemeentelijke subsidie aan MadA.

5. Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaar. Dit leidt tot een grote vernieuwing- verduurzaming- en moderniseringsopgave voor de toekomst. Daarnaast brengt de Klimaatwet een grote opgave met zich mee voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.
In 2022 hebben we een Routekaart verduurzaming maatschappelijk vastgoed opgesteld. Onderdeel hiervan is aan de hand van pilots inzichtelijk te maken wat de impact is van de verduurzamingsopgave zowel op het gebied van techniek, financiën als organisatie. Dit moet leiden tot een “Uitvoeringsprogramma Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed” (inclusief opzet voor uitvoeringsorganisatie).
Een potentieel belangrijke ontwikkeling is dat de Europese Commissie een renovatieverplichting instelt voor eigenaren van maatschappelijk vastgoed. Het betreft de verplichting om per jaar minimaal 3% van het vloeroppervlak van al het (maatschappelijk) vastgoed in eigendom te renoveren naar de nieuwbouwnorm. Deze verplichting betekent voor onze gemeente een forse versnelling van de opgave. Deze potentiële opgave wordt uitgewerkt in de te actualiseren Routekaart Maatschappelijk Vastgoed.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we geen rekening met de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed.
Om te kunnen bepalen welke extra middelen op korte termijn nodig zijn, hebben we in beeld gebracht welke panden op korte termijn aangepakt moeten worden. De benodigde structurele middelen voor de panden waarvoor in 2027 een voorbereidings- of uitvoeringsbesluit wordt genomen, zijn opgenomen in de financiële reservering voor de begroting 2026.
De benodigde incidentele middelen voor panden waarvoor in 2026/ 2027 een haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd of voorbereidingskosten worden gemaakt, worden meegenomen in de incidentele opgave voor de SIA. Dekking van deze incidentele kosten komt ten laste van de reserve sparen voor de toekomst. De incidentele kosten voor 2026 worden in de ontwerpbegroting 2026 overgeheveld van de reserve sparen voor de toekomst naar deelprogramma 3.3 Welzijn, gezondheid, zorg en diversiteit.

6. Warmtenet
Warmtestad speelt als publiek warmtebedrijf een belangrijke rol bij de realisatie van de gemeentelijke duurzaamheidsambities (bijdrage CO2-reductie van het warmtespoor). Met de aanleg van een nieuwe warmte-infrastructuur (warmtenetten en collectieve WKO-systemen) geeft WarmteStad vorm aan de energie- en warmtetransitie van de stad. Een maatschappelijke opgave die behalve qua duurzaamheid ook impact heeft op het sociaal-economische beleid (via de tarieven) en bij de wijkvernieuwing en (her)inrichting van de openbare ruimte. Dit laatste speelt met name in de noordwestelijke stadswijken (Paddepoel, Selwerd, Vinkhuizen en Kostverloren).
De aanleg van het warmtenet bestaat uit de volgende fasen:
▪   Fase 1 heeft betrekking op de aansluiting van 10.600 woningequivalenten (weq) (raadsbesluit 2019).
▪   Fase 2a gaat over 5000 weq (raadsbesluit 2023).
▪   Voor fase 2b wordt een verkenning uitgevoerd van de mogelijkheden voor groei met 12.000 weq.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering begroting 2025 hielden we geen rekening met het warmtenet. Op basis van een actuele businesscase van Warmtestad verwachten we dat een extra kapitaalstorting nodig is om fase 1 en 2a af te ronden (raadsvoorstel 195800-2025). Daarnaast is rekening gehouden met de overname van de aandelen van het Waterbedrijf (raadsvoorstel 253994-2025). Dit is meegenomen in de actualisatie voor de begroting 2026.
Scenario 2b heeft betrekking op de aansluiting van 12.000 woning-equivalenten. Scenario 2b kunnen we alleen uitvoeren met een landelijk waarborgfonds, waardoor minder eigen vermogen beschikbaar hoeft te worden gesteld. In de financiële reservering houden we geen rekening met fase 2b.

7. Zonnepark Meerstad Noord
Zonnepark Meerstad-Noord is een gemeentelijk initiatief voor het ontwikkelen, realiseren en exploiteren van een zonnepark. Het zonnepark levert duurzame elektriciteit voor ongeveer 60.000 huishoudens en speelt daarmee een belangrijke rol in het realiseren van de gemeentelijke duurzaamheidsambities. In de ontwikkelfase gaat het om het uitwerken van de businesscase, het verkrijgen van vergunningen tot en met een mogelijke gang naar de Raad van State, de aanbesteding van de realisatie van het project en het finale investeringsvoorstel. Het project zit op moment van schrijven in de ontwikkelfase de juridische structuur is ingevuld.
De realisatie van het zonnepark gaat in twee fasen. Fase 1 loopt tot en met 2028 en heeft betrekking op 60MWP zon en 15MW batterij opslag. De verwachte investering in fase 1 is circa 65 miljoen euro. We gaan vooralsnog uit van 70% financiering door de gemeente (via een agiostorting). Een realisatiebesluit voor fase 1 wordt eind 2025 verwacht.
Fase 2 loopt tot en met 2030 en heeft betrekking op ca. 220 MWp Zon en 50 MW batterijopslag. De verwachte investering in fase 2 is circa 100 miljoen euro.
We gaan uit van besluitvorming over fase 1 in 2025 en fase 2 in 2027.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we al rekening met de benodigde middelen voor het bouwrijpmaken. Dit was nodig om tijdig een elektriciteitsstation te kunnen realiseren.
De businesscase voor het zonnepark is geactualiseerd. In fase 1 zit ook investering in een netstation die nodig voor zowel fase 1 als fase 2. Bij een besluit over fase 1 zetten we dus ook al een stap voor fase 2. Voor de structurele financiële reservering houden we daarom rekening met de kapitaallasten van de benodigde investeringen voor fase 1 en fase 2 (totaal €162 miljoen in de jaren 2025-2031). De besluitvorming over de realisatie fase 1 wordt dit jaar aan de raad voorgelegd. De financiële reservering hebben we gebaseerd op de voorlopige cijfers van de businesscase.
We houden vooralsnog rekening met een tekort op de businesscase. De komende periode worden mogelijkheden onderzocht om het tekort terug te brengen. B. Het tekort wordt meegenomen bij de incidentele opgave voor de SIA. Dekking van deze incidentele kosten komt ten laste van de reserve sparen voor de toekomst.

8. Gebiedsontwikkeling Stationsgebied
Het stationsgebied betreft de gebiedsontwikkeling tussen het Emmaviaduct, de Parkweg, de Hereweg en aan de noordzijde de Stationsweg De nieuwe stadswijk Spoorkwartier is het meest prominente onderdeel (inclusief Glaude). In het Stationsgebied is ook sprake van vier investeringsprojecten: de insnijding van het Emmaviaduct, herinrichting van het stationsplein, aanleg Zuidplein en de aanpak van de Stationsweg.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we al rekening met de benodigde middelen voor de insnijding Emmaviaduct en Zuidplein. Daarnaast hielden we rekening met een tekort bij de op te stellen grondexploitatie.
Voor de insnijding Emmaviaduct heeft de raad een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld (46864-2025). Deze nemen we niet meer mee in het vervolg van de SIA.
Voor de financiële reservering houden we nog rekening met een investering in het Zuidplein. De bijbehorende structurele kapitaallasten worden meegenomen in de financiële reservering. We verwachten op korte termijn een uitvoeringskrediet aan de raad voor te leggen voor het Zuidplein.

Daarnaast houden we rekening met een tekort bij de gebiedsontwikkeling. De grondexploitatie wordt geactualiseerd met inbegrip van de gemaakte keuze voor het nieuwe muziekcentrum. We blijven kijken naar mogelijkheden om het tekort terug te brengen. Als bij het vaststellen van de grondexploitatie een tekort resteert, moet hiervoor een voorziening worden getroffen.
Daarnaast houden we rekening met een investering in 2026 voor de tijdelijke inrichting van de Noordzijde. Na de ingebruikname van het nieuwe busstation in 2026 vervalt de functie van het huidige busstation. Samen met NS Vastgoed zal een plan worden gemaakt voor de tijdelijke invulling van het gebied in samenhang met de verkenning naar mogelijkheden van het Stationsplein.
Zowel het tekort op de gebiedsontwikkeling als de tijdelijk investering in de Noordzijde nemen we mee bij de incidentele opgave voor de SIA. Dekking van deze incidentele kosten komt ten laste van de reserve sparen voor de toekomst.

9. Meerstad
Het Masterplan Meerstad uit 2005 is geactualiseerd. De raad heeft de Agenda van de Toekomst Meerstad in 2022 vastgesteld als basis voor de verdere uitwerking. De meest in het oog springende wijzigingen zijn de concentratie van nieuwe woon- en werkgebieden ‘te gast’ in het afleesbare landschap, het koesteren van waardevolle natuur, een meer gevarieerd woonaanbod, kleinere voorzieningenclusters op loop- en fietsafstand en de realisatie van het energielandschap in Meerstad-Noord. Op 29 november 2023 heeft de raad een voorkeursmodel voor de verdere uitwerking van Meerstad vastgesteld. Een belangrijke wijziging betreft een omslag naar meer woningen in het betaalbare segment (sociale huurwoningen, middenhuur en gesubsidieerde en betaalbare koopwoningen).

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering voor de begroting 2025 hielden we al rekening met een incidenteel tekort en een structureel budget voor de overheveling van bovenwijkse voorzieningen naar de gemeente.
Voor de begroting 2026 is dit niet gewijzigd.Net als vorig jaar gaan we ervan uit dat een deel van het tekort binnen de grondexploitatie moet worden opgelost. Daarnaast blijven we rekening houden met een structureel budget ter dekking van kapitaallasten van bovenwijkse voorzieningen (infrastructuur) die vanuit de grondexploitatie overkomen naar de gemeente.

De ambities zoals opgenomen in de Agenda voor de Toekomst en het voorkeursmodel hebben grote financiële consequenties. We brengen in beeld wat het effect van de Agenda voor de Toekomst is op de gebiedsontwikkeling. Daarbij kijken we ook naar de keuzemogelijkheden binnen de gebiedsontwikkeling. We verwachten in het tweede kwartaal van 2026 een aantal mogelijke scenario’s te kunnen voorleggen. Dan hebben we zicht op het tekort en hoe we hiermee kunnen omgaan. Op basis van de keuzes kan in 2026 een actualisatie van de grondexploitatie worden opgesteld.
De gebiedsontwikkeling Meerstad heeft een hoge boekwaarde. Dit leidt tot hoge rentelasten en een grote gevoeligheid voor renteschommelingen. Daarom zou het wenselijk zijn de boekwaarde te verlagen. We onderzoeken de mogelijkheden om de boekwaarde over een langere periode omlaag te kunnen brengen.

10. Masterplan sportvoorzieningen
De sportdeelname staat onder druk en wij zien een aantal uitdagingen ten aanzien van onze sportvoorzieningen. De gemeente Groningen groeit en de vraag naar sport- en beweegvoorzieningen groeit mee. Daarnaast verandert de behoefte van inwoners aan sportvoorzieningen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de opkomst van padel, 3x3 basketbal en het steeds meer sporten in de openbare ruimte.

In mei 2024 is het ambitiedocument van het ‘Masterplan (door)ontwikkeling sportvoorzieningen 2037’ door de raad vastgesteld (87197-2024). In het ambitiedocument zijn de referentienormen en uitgangspunten voor de uitbreiding, vervanging, verbetering en verduurzaming van onze sportvoorzieningen uitgewerkt.
De uitvoeringsagenda is het tweede deel van het ‘Masterplan (door)ontwikkeling sportvoorzieningen’.
In de uitvoeringsagenda kijken we integraal en in samenhang naar alle opgaven voor de (door)ontwikkeling van onze sportvoorzieningen. Daarbij kunnen we over een lange periode een impuls geven aan de sport- en beweegvoorzieningen voor de komende 15 jaren (en verder). In juni 2025 hebben we de raad het Ontwerp Uitvoeringsagenda Masterplan (door)ontwikkeling Sportvoorzieningen (164154-2025) gestuurd en hebben we u gevraagd hierop wensen en bedenkingen te geven.

In de uitvoeringsagenda werken we de fasering van alle opgaven uit in zogenoemde ‘tranches’. In deze tranches geven we per cluster van vier jaren aan hoeveel (en welke) opgaven idealiter gerealiseerd worden, om daarmee het juiste tempo te halen om alle genoemde opgaven uit de uitvoeringsagenda tijdig te realiseren. In 2028 herijken wij de onderliggende opgaven van de uitvoeringsagenda in het licht van de situatie op dat moment en bepalen we concreter de fasering van de opgaven voor de daarop volgende tranches. Dit proces herhalen wij iedere vier jaar.

De Investeringen die in de uitvoeringsagenda worden opgenomen zijn:
▪   Uitbreiding buitensport: sportparken en sportvelden;
▪   Uitbreiding binnensport: sporthallen en/of sportzalen;
▪   Uitbreiding sport- en beweegvoorzieningen in de openbare ruimte, inclusief Urban Sport voorzieningen;
▪   Vervanging, verbetering en verduurzaming binnen-, en buitensportvoorzieningen, zwemvoorzieningen en sport- en beweegvoorzieningen in de openbare ruimte (incl. Urban Sport);
▪   Kwalitatieve ontwikkeling overig sportvastgoed (clubhuizen, kantines, kleedkamers, etc.)

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we al rekening met het masterplan sportvoorziening.  Voor het bepalen van de financiële reservering voor de begroting 2026 zijn de uitkomsten van de uitvoeringsagenda meegenomen. We hebben daarbij kritisch gekeken naar de planning voor de korte termijn. Ten opzichte van vorig jaar is de fasering geoptimaliseerd zodat de onderlinge samenhang tot en met 2040 beter afgestemd is. Daarbij houden we nu rekening met een semipermanente sporthal en kosten voor programma- en projectmanagement.
Bij bepaling van de benodigde reservering is rekening gehouden met inzet van de in de gemeentebegroting 2023 opgenomen extra beleidsmiddelen voor ‘uitbreiding buitensport’ (oplopend tot 411 duizend euro vanaf 2026).
In de kosten voor het masterplan wordt ook rekening gehouden met kosten voor programma- en projectmanagement. Deze kosten zijn niet direct toe te rekenen aan specifieke investeringen in sportvoorzieningen. De kosten voor programma- en projectmanagement voor 2026 zijn geraamd op 703 duizend euro. Hiervan kan 411 duizend euro worden gedekt binnen de begroting. Vanuit de financiële reservering wordt 292 duizend euro overgeheveld naar het deelprogramma 3.4 Sport en bewegen.

11. Gemeentelijk ontwikkelbedrijf
Met een gemeentelijk ontwikkelbedrijf kan meer publieke regie gevoerd worden op delen van de vastgoedmarkt. Hierbij richt het ontwikkelbedrijf zich specifiek op het verwerven, (her)ontwikkelen en exploiteren van commercieel verhuurbaar vastgoed als opgaven blijven liggen terwijl er kans is op verbetering van een buurt of straat door in vastgoed te investeren.
Het ontwikkelbedrijf is in oprichting. De omvang en samenstelling van de vastgoedportefeuille is nog niet bekend.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we geen rekening met het gemeentelijk ontwikkelbedrijf. Voor organisatie en inbreng, aankoop en exploitatie van vastgoed is in de begroting 2025 wel 500 duizend euro incidenteel beschikbaar gesteld.
In de financiële reservering in de begroting 2026 reserveren we 150 duizend euro structureel voor het ontwikkelbedrijf. Voor de daadwerkelijke inzet stellen we een investeringsraming op, inclusief een raming van de daarvoor benodigde organisatiekosten.

12. Meerjarenvervangingsplan openbare ruimte
Diverse voorzieningen in de openbare ruimte zijn de komende jaren aan het einde van de levensduur. Het reguliere onderhoud is dan ontoereikend voor instandhouding en de kosten van noodzakelijke reparaties nemen onevenredig toe. Met het meerjarenvervangingsplan zorgen we ervoor dat voorzieningen in de openbare ruimte veilig zijn en goed worden onderhouden. Daarnaast wordt bijgedragen aan diverse maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, circulariteit en het verhogen van de leefkwaliteit.

In 2022 is een meerjarenvervangingsplan voor de komende 10 jaar opgesteld. Hierin is in beeld gebracht welke voorzieningen in de openbare ruimte vervangen moeten worden en welke aanvullende middelen hiervoor nodig zijn. Het gaat om de vervanging van speelplekken, openbare verlichting, verhardingen, civiele kunstwerken en torens, groen en bomen. De mogelijke effecten van de nieuwe beheerstrategie op de benodigde middelen voor het dagelijks- en groot onderhoud en de benodigde investeringen zijn op dit moment nog niet duidelijk.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we geen rekening met het meerjarenvervangingsplan. In november 2024 is op basis van de inspecties van de bruggen een aantal knelpunten gesignaleerd (bijvoorbeeld Emma-/parkwegviaduct en Pleiadenbrug). Oorzaken van deze knelpunten zijn toenemende hittestress en hogere verkeersbelasting door meer en zwaardere voertuigen. De kosten voor noodzakelijk investeringen in de eerstkomende jaren nemen we mee in de financiële reservering voor de begroting 2026.

13. Wijkposten Stadsbeheer
De investeringen in huisvesting voor Stadsbeheer bestonden uit drie onderdelen:
1. Wijkposten;
2. Revitalisering Duinkerkenstraat;
3. Circulariteitshub.

Voor de revitalisering van de Duinkerkenstraat is in 2024 een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld. De kosten worden gedekt uit een DUMAVA subsidie van 1,8 miljoen euro (cofinanciering) en beschikbare structurele budgetten. De investering in de circulariteitshub worden gedekt uit de afvalstoffenheffing. De investering in de circulariteitshub nemen we niet meer mee in het vervolg van de SIA.

Voor de strategische investeringsagenda resteert de investering in wijkposten en een aanvulling op de revitalisering van de Duinkerkenstraat. Voor het beheer van de openbare ruimte hebben we wijkposten nodig van waaruit het dagelijks beheer van groen, schoon en grijs wordt georganiseerd. De huidige huisvestingssituatie van de wijkposten sluit niet meer goed aan op de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Voor de huisvesting van de wijkposten hebben we in 2024 een visie opgesteld. De visie wijkposten geeft invulling aan een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van het beheer van de openbare ruimte. De wijkposten zijn daarbij een belangrijke uitvalsbases voor het dagelijks onderhoud. In de visie gaan we uit van vier robuuste wijkposten. Wijkpost Zuid wordt in de revitalisering van de Duinkerkenstraat meegenomen maar voor West, Haren en Oost / Oude wijken moeten nog concrete stappen worden gezet.
Begin maart 2025 is geconstateerd dat er bij de revitalisering van de Duinkerkenstraat onvoldoende ruimte is meegenomen voor een investering in de zoutloods. We houden in de SIA rekening met een extra investering van 4 miljoen euro.

Relatie met financiële reservering
In de financiële reservering in de begroting 2025 hielden we geen rekening met wijkposten.
Voor de investering in de wijkposten zijn aanvullende middelen nodig. Deze nemen we mee in de financiële reservering voor de begroting 2026.
Daarnaast is in de financiële reservering rekening gehouden met een investering in een zoutloods (142 duizend euro vanaf 2029). Deze structurele middelen worden in de meerjarenbegroting vanaf 2029 overgeheveld naar het deelprogramma 2.1 kwaliteit leefomgeving.

Overige strategische investeringsprojecten
Onderstaand een korte toelichting op de overige strategische investeringsprojecten. Voor deze investeringsprojecten zijn geen middelen opgenomen in de financiële reservering.

Integraal huisvestingsplan onderwijs
De schoolgebouwen in de gemeente Groningen zijn gemiddeld ouder dan 40 jaar en dragen niet in alle gevallen meer bij aan goed onderwijs. Daarom is samen met de schoolbesturen het “Scholenplan Gro Up 2024-2039” opgesteld en vastgesteld in de gemeenteraad van 15 mei 2024. Dit betreft een herijking van het Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP).
Daarmee is de nieuwe uitgangssituatie vastgesteld waarin opdracht is gegeven om de tweede tranche van 2024 tot 2027 in (plan)voorbereiding en uitvoering te nemen en de derde tranche van 2028 tot 2031 alleen in (plan)voorbereiding te nemen. De onderliggende projecten hebben een gemiddelde doorlooptijd van 6 jaar van voorbereiding tot uitvoering. In het IHP worden ook de maatregelen aan binnensport accommodaties die bij de scholen horen meegenomen.

In de begroting is dekking beschikbaar om tranche 1 t/m 3 uit te voeren zoals vastgesteld door de raad. Er zijn op dit moment geen aanvullende middelen nodig

Suikerzijde
De Suikerzijde beslaat een gebied van circa 160 ha. Er worden circa 5.000 woningen gebouwd. De Infrastructuur die kan worden toegerekend aan de gebiedsontwikkeling is meegenomen in de grondexploitatie. Daarnaast is sprake van bovenwijkse infrastructuur. Deze investeringen moeten buiten de grondexploitatie worden gedekt. In de begroting zijn de bovenwijkse investeringen reeds opgenomen, die nodig zijn voor aanleg van Suikerzijde.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met de ontwikkeling van een station. Dit betreft investeringen in de aanleg van een OV knoop, de aanleg van een station, de verdubbeling van het spoor en de onderdoorgang bij het spoor. Het station Suikerzijde is bedoeld om de woningen in de Westflank een volwaardige OV-verbinding te geven. Ook dient het station voor de bereikbaarheid van de toekomstige MBO-campus op de Suikerzijde.

De herziening van de gebiedsbegroting Suikerzijde is onlangs voorgelegd aan de raad. Hierin is
sprake van een programmawijziging. Het aantal woningen in deelgebied Noord wordt verhoogd en ook aandeel sociale huur en middenhuur in Deelgebied Noord wordt hoger. De kosten van deze programmawijziging worden opgevangen binnen beschikbare middelen. In de financiële reservering wordt geen rekening gehouden aanvullende middelen.

Stadshavens
De ontwikkelstrategie Eemskanaalzone, Stad aan het water (2018) is de opvolger van de visie Eemskanaalzone, Verbinding in de stad (2006). Binnen het plangebied waar de ontwikkelstrategie betrekking op heeft worden vier deelgebieden onderscheiden:
1. Stadshavens 1
2. Stadshavens 2, zijnde Scandinavische Havens
3. Bedrijventerrein Driebond
4. Eemskanaalzone Meerstad
Nu in uitvoering zijn de deelgebieden 1 (Stadshavens) en 4 (Meerstad). Voor deelgebied 2 (Scandinavische Havens) is februari 2024 een gebiedsvisie vastgesteld. Voor deelgebied 3 (Driebond) is de planvorming gestart.

Het investeringsprogramma en de grondexploitatie Stadshavens wordt elk jaar geactualiseerd.
De herziening van de grondexploitatie en het investeringsprogramma hebben een sluitende begroting.
In de begroting houden we rekening met de benodigde investeringen in de infrastructuur en de openbare ruimte in de deelgebieden.

Oeververbinding Oosterhamrikzone
De Oosterhamrikzone is het hart van de Kardinge-as en sluit aan op de groei van de binnenstad, de Healthy-Aging Campus en de Vitaliteitscampus Kardinge. Het totale en integrale pakket van ontwikkeling, infrastructuur en openbare ruimte is beschreven in het “Toekomstbeeld Oosterhamrikzone” (december 2024). Het project Oosterhamrikzone beoogt de zone rondom het Oosterhamrikkanaal te ontwikkelen en transformeren naar een nieuw en groen stadsdeel waarin de leefkwaliteit weer voorop staat.
Voor de realisatie van zo’n 1.000 woningen en om de bereikbaarheid van het oostelijke gedeelte van de stad voor de lange termijn te kunnen waarborgen zijn mobiliteitsingrepen noodzakelijk. Een nieuwe oeververbinding over het Van Starkenborghkanaal voor voetgangers, fietsers en auto’s naast het huidige openbaar busvervoer is daarvoor van groot belang. Voor het gebied is een integraal plan opgesteld.

In maart 2025 hebben we het Toekomstbeeld voor de Oosterhamrikzone met de raad besproken (364688-2024). Dit Toekomstbeeld en een kaderstellend ontwerp mobiliteit en openbare ruimte Oosterhamrikzone zijn door de raad in september 2025 vastgesteld (194019-2025). Dit beschrijft de stip op de horizon en de langjarige ontwikkeling van het gebied. Het leidt tot deelopgaven en geeft een kader voor initiatieven.
Er zijn goede mogelijkheden voor een gefaseerde ontwikkeling van het gebied en realisatie van maatregelen. Het Rijk wilde in 2022 na een gezamenlijk MIRT-Onderzoek niet verder met de volgende onderzoeksfase, een MIRT-Verkenning, vanwege het ontbreken van zicht op een volledige financiële dekking van de investering voor een nieuwe oeververbinding.
De vaststelling van het Kaderstellend ontwerp geeft nu de bredere ontwikkelmogelijkheden rondom een nieuwe oeververbinding. Daarnaast starten we een verkenning naar een separate fietsbrug. Gelet op het nu nog ontbreken van (zicht op) financiële middelen, ook bij het Rijk, houden we nog geen rekening met een realisatiebesluit over een oeververbinding en over de andere investeringen in de openbare ruimte.

Westelijke ringweg
De aanpak van de westelijke ringweg is van belang voor de doorontwikkeling van de Reitdiepzone, Westend/Vinkhuizen-zuid en Suikerzijde. Vooralsnog gaan we uit van realisatie na 2030. We hebben een ontwikkelagenda opgesteld met een samenhangend pakket aan maatregelen waarmee de nieuwe woningen kunnen worden ontsloten en waarbij de omliggende bestaande wijken zoveel mogelijk worden ontlast. Dit leidt tot een betere verkeersveiligheid in de westelijke wijken. Daarnaast zorgt het voor betere fiets- en openbaar vervoer verbindingen en doorstroming van het verkeer op de randwegen zoals de Westelijke ringweg en de N355.
Voor de uitvoering van de maatregelen is zo’n 146 miljoen euro beschikbaar, waarbij zo’n 21 miljoen euro door de gemeente wordt gefinancierd. In de meerjarenbegroting hebben wij rekening gehouden met een benodigde investering aan de westelijke ringweg.

Rondweg Hoogkerk
De bietenwagens van de suikerfabriek maken gebruik van hetzelfde wegennet als de huidige en toekomstige bewoners van de Westflank. Dit veroorzaakt nu al regelmatig verkeersproblemen en ongelukken. Als het inwonertal aan de Westflank verdubbelt door de bouw van de vele nieuwe woningen zal het verkeer op het onderliggend wegennet toenemen. Daarbij komt nog het sluipverkeer indien de Ring West niet wordt aangepakt. Dit leidt tot een verdere belasting van het onderliggend wegennetwerk en toename van de verkeersonveiligheid. Een oplossing daarvoor is een nieuwe Rondweg Hoogkerk. Daarmee kan een groot deel van het bietenverkeer veilig de Cosun Beet Company bereiken en biedt de weg tevens een extra ventiel voor het onderliggend wegennet. De Rondweg Hoogkerk wordt meegenomen in het MIRT onderzoek over de Westflank van het Rijk.
Voor dekking kijken we naar rijksmiddelen en een bijdrage van derden. Daarnaast verwachten we dat een deel van de investering voor rekening van de gemeente zal komen. Vooralsnog houden we hier geen rekening mee.

Fietsparkeren binnenstad
In de binnenstad staat de ambitie op het gebied van leefbaarheid en toegankelijkheid soms onder druk vanwege het grote aantal gestalde fietsen op straat. Forse investeringen in de aanleg van de nieuwe fietsenstallingen Nieuwe Markt en Grote Markt hebben in dit gedeelte van de binnenstad al geleid tot meer ruimte voor de voetganger. Een kwaliteitsverbetering waar we ook hard aan werken rond de Herestraat (ter hoogte van het Gedempte Zuiderdiep) en op en rond de Westerhaven. Aan de westzijde van de binnenstad, rond de Vismarkt, A-Kerkhof en Brugstraat, ontbreken echter nog goede fietsenstallingen. De Parkeergarage Haddingestraat zal slechts een deel van de gevraagde stallingscapaciteit kunnen bieden.
Voor de realisatie en de exploitatie van de Fietsenstalling Westerhaven zijn middelen gereserveerd binnen de begroting van het Parkeerbedrijf. Voor de realisatie van de fietsenstallingen rond de Vismarkt/A-Kerkhof, Haddingestraat en Brugstraat zijn nog geen middelen gereserveerd.

Uitvoering Mobiliteitsvisie
Met de in december 2021 vastgestelde Mobiliteitsvisie 2040 en de Ontwerpleidraad Nieuwe Ruimte maken we een transitie naar een beter leefbare, veilige, doorwaadbare én bereikbare gemeente. Om de ambities te realiseren, zijn uitvoeringsprogramma’s opgesteld. Eén van de meest prominente opgaven is het herinrichten van het (auto)verkeersnetwerk tot wegen waar de auto te gast is. In het Uitvoeringsprogramma Doorwaadbare Stad is aangegeven hoe we de transformatie van in totaal veertig kilometer weg met een maximumsnelheid van 50 km/uur naar 30 km/uur, het inrichten van belevingsplekken en de aanleg van autoknips de komende jaren willen aanpakken. Daarnaast wordt in het uitvoeringsprogramma mobiliteit ingezet op:
▪   Het vergroenen van de openbare ruimte om wateroverlast en hittestress tegen te gaan.
▪   Een slimme en goede koppeling middels OV-, wijk- en deelhubs om te zorgen dat het openbaar vervoer in Groningen een belangrijk maatschappelijk bindmiddel blijft en deelmobiliteit een alternatief wordt voor het bezit van een eigen (tweede) auto.
▪   Een goed ontwikkeld OV-netwerk dat vooral voor reizen tussen de regio en de stad een aantrekkelijk alternatief moet vormen voor het gebruik van de auto (bijvoorbeeld de aanleg van businfrastructuur naar De Held III en het verbeteren van OV-verbindingen naar Suikerzijde, Meerstad en Zernike Campus.
Een aanvulling van de investeringsruimte dient betrokken te worden bij de begroting 2027.

Bovenwijkse infrastructuur
De komende periode gaan we starten met woningbouw op de Suikerzijde, Stadshavens, Eemskanaalzone en herijken we de ontwikkelstrategie voor Meerstad. Daarnaast zijn ook voor het Stationsgebied, De Held 3 en de Travertijnstraat gebiedsontwikkelingen in voorbereiding. Op langere termijn zullen ook gebieden als Europapark Zuid, en de bedrijventerreinen aan de Oostkant van de stad (o.a. Driebond) vragen om (gedeeltelijke) transformatie.
De investering in bovenwijkse/regionale voorzieningen (infrastructuur en inrichting openbare ruimte) die nodig zijn voor deze gebiedsontwikkelingen, kunnen niet (geheel) binnen de gebiedsontwikkelingen worden opgevangen. Vooralsnog kunnen we hiervoor het beschikbare budget voor bovenwijkse infrastructuur inzetten.

Broedplaatsen
Broedplaatsen dragen bij aan de diversiteit van het (culturele) werklandschap, de leefbaarheid in de wijken en een creatieve en aantrekkelijke stad. De afgelopen jaren is de ruimte voor broedplaatsen onder druk komen te staan door de grote vraag op de woning, bedrijfsruimte- en kantorenmarkt.
We willen inzetten op het aanbieden van meer broedplaatsen als basis voor een sterke en creatieve sector en om lokaal ondernemerschap, startups en scale-ups te blijven stimuleren. We zien vooral een rol voor de gemeente bij het beschikbaar stellen van locaties voor atelierruimten en creatieve broedplaatsen. We verwachten medio 2030 een tekort aan ruimte voor broedplaatsen van 34.000m2. De inzet is om deze ruimte te vinden door tijdelijke locaties beter te benutten, nieuwe locaties permanent te bestemmen voor broedplaatsfuncties en broedplaatsen (meer) mee te nemen bij gebiedsontwikkelingen.

Groninger Water- en rioleringsplan
De komende jaren zijn diverse investeringen nodig op het gebied van de gemeentelijke watertaken en rioleringszorg. Het betreft de vervanging van een deel van de huidige riolering en investeringen in het afkoppelen van hemelwater en investeringen in klimaatmaatregelen.
In het Programma Water en Riolering 2025-2029 worden de benodigde investeringen in het beheer en
onderhoud van het programma water en riolering beschreven. Hiermee geven we invulling aan onze wettelijke watertaken en dragen daarnaast bij aan het klimaatbestendig maken van de leefomgeving.
De kosten worden volledig gedekt door de rioolheffing.

Wijkvernieuwing
De wijkvernieuwing heeft een integraal karakter, met per wijk verschillen in de aanpak, communicatie, en inzet op de opgaves. We bereiden de uitbreiding van de wijkvernieuwing voor met eerst een analyse van de wijken.
De geplande investeringen van de lopende uitvoeringsprogramma’s hebben de komende jaren 2025-2028 een piek. Na de plus van het fysieke programma in deze wijken, zien we mogelijkheden om de fysieke investeringen in andere wijken te gaan opstarten. De omvang van de investeringen later in de Indische buurt, Lewenborg, Vinkhuizen, Paddepoel en Oosterparkwijk is nog niet bekend. Naast de fysieke investeringen is sprake van een forse sociale programmering.
Elk jaar is 6,15 miljoen euro beschikbaar in de begroting. In 2026 is daarnaast nog 2 miljoen euro incidenteel beschikbaar.

Incidentele opgave bij de strategische investeringsagenda
Bij een aantal strategische investeringsprojecten verwachten we een incidenteel tekort of incidentele kosten. Het gaat om gebiedsontwikkelingen Kardinge, Stationsgebied en Meerstad en verduurzaming maatschappelijk vastgoed.
Dekking van incidentele kosten die voortkomen uit strategische investeringsprojecten, dient in eerste instantie te komen uit de reserve ‘sparen voor de toekomst’. In onderstaand overzicht staan de incidentele opgaven en het verloop van de reserve ‘sparen voor de toekomst’ op een rij.

Incidentele opgave SIA

2026

2027

2028

Gebiedsontwikkeling Kardinge

Voorlopig tekort gebiedsontwikkeling

-21.000

Verduurzaming Maatschapelijk Vastgoed

Voorbereidingskosten

-1.195

-1.510

Zonnepark Meerstad Noord

Voorlopig tekort businesscase

-2.823

Gebiedsontwikkeling Stationsgebied

Voorlopig tekort gebiedsontwikkeling

Tijdelijke inrichting noordzijde

-500

Gebiedsontwikkeling Meerstad

Voorlopig tekort gebiedsontwikkeling

Totaal incidentele opgave

-1.695

-25.333

0

Reserve sparen voor de toekomst

13.093

6.000

6.000

Ruimte sparen voor de toekomst

13.332

-6.000

0

Op basis van de actuele inschattingen kunnen de incidentele opgaven worden opgevangen binnen de beschikbare ruimte in de reserve sparen voor de toekomst. We houden hierbij rekening met een toevoeging van 6,6 miljoen euro in 2026 ten laste van het besteedbaar rekeningresultaat 2024 (opgenomen in de algemene bestemmingsreserve).

We verwachten niet dat de incidentele opgave zich in deze omvang en in dit tempo gaat voordoen. Met name de tekorten bij grondexploitaties zijn nog onzeker. Voor Meerstad zijn de uitkomsten van de herziening grondexploitatie Meerstad nog niet bekend. Dit kan leiden tot een groter tekort dan waarmee we nu rekening houden. Voor Kardinge houden we vooralsnog rekening met een tekort gebaseerd op een globale stedenbouwkundige verkenning en een doorrekening van kengetallen. De verdere uitwerking moet meer zicht geven op het tekort. Daarbij wordt ook gekeken naar mogelijkheden om het incidentele tekort te verlagen. Ook voor het tekort bij het zonnepark Meerstad Noord moet ook nog worden gekeken naar oplossingsmogelijkheden om het tekort terug te brengen.
Ondanks de onzekerheid over de omvang van de incidentele opgave stellen we voor de reserve sparen voor de toekomst aan te vullen zodat de actuele incidentele opgave kan worden gedekt.

Deze pagina is gebouwd op 11/19/2025 16:06:00 met de export van 11/19/2025 15:54:36