Financieel meerjarenbeeld
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Meerjarenbeeld (begroting 2025) | 88 | 3.205 | -9.051 | -17.896* |
0. Nominale ontwikkeling accres | 3.837 | |||
1. Gemeentefonds, septembercirculaire 2024 | 1.400 | 2.400 | 3.900 | 4.700 |
Gemeentefonds, decembercirculaire 2024 | 1.600 | 2.400 | 3.500 | 4.400 |
Gemeentefonds, meicirculaire 2025 | 16.250 | 16.000 | 17.740 | 19.970 |
2. MJB-posten ingezet bij reële begroting | - | - | - | - |
3. BUIG** | 826 | 846 | 894 | 955 |
4. Rente-effecten | 2.155 | 2.081 | 2.512 | 2.950 |
5. Nominale compensatie** | -4.047 | -6.992 | -8.773 | -11.556 |
6. Energie** | 1.000 | 750 | 750 | 750 |
7. Belastingen | 709 | 1.356 | 1.405 | 1.484 |
8. Uitvoeringskosten bezwaar en beroep WOZ | -500 | |||
9. Logiesbelasting | 428 | 428 | 428 | 428 |
10. Voorziening afkoopsom graven | -18 | -6 | -2 | -3 |
11. Areaalontwikkeling | 80 | 60 | 40 | -50 |
12. BTW op riolering en afvalstoffenheffing** | - | - | - | - |
13. BTW op bouwleges** | p.m. | |||
14. Dividend Enexis en BNG | 1.311 | 100 | 100 | 100 |
15. Leges op reisdocumenten | -492 | |||
16. Terugloop kapitaallasten | -2 | -12 | -20 | -27 |
17. Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers | -112 | -112 | -112 | -112 |
18. GR - GGD Groningen | -506 | -699 | -898 | -1.123 |
19. GR - Omgevingsdienst Groningen | -18 | -19 | -20 | -56 |
20. GR - Groninger Archieven | 81 | 62 | 43 | -33 |
21. GR - Veiligheidsregio Groningen | -67 | -247 | -363 | -376 |
22. GR - Noordelijk belastingkantoor | 187 | 118 | 111 | 69 |
Saldo meerjarenbeeld begroting 2026 | 20.845 | 21.719 | 12.184 | 7.919 |
*) De bijstelling ‘voorziening afkoopsom graven’ was 267 duizend te hoog opgenomen. Dit is aangepast.
**) Mutatie t.o.v. van het financieel meerjarenbeeld bij de voorjaarsnota 2025
0. Nominale ontwikkelingen en accres gemeentefonds jaarschijf 2029
Het accres gemeentefonds bestaat uit een prijs- en volumeaccres. Voor de jaarschijf 2029 is het accres neutraal opgenomen ter dekking voor de loon-, prijs- en volumeontwikkeling. Omdat de volume/ areaalontwikkeling voornamelijk via de opgaven loopt (en niet via het meerjarenbeeld) ontstaat een voordeel van zo’n 3,8 miljoen euro vanaf 2029.
1. Gemeentefonds – septembercirculaire 2024
De ontwikkeling van het accres is geactualiseerd op basis van bijgestelde groeiramingen van het CPB. De bijstelling van de (bbp)prijsontwikkeling heeft een verhogend effect op het acces maar in latere jaren neemt het accres af door een lagere (bbp)volumeontwikkeling. Bijstelling van de ruimte onder het plafond BCF leidt tot een negatieve bijstelling. De ontwikkeling van de maatstaven geeft meerjarig een oplopend voordeel. Per saldo geeft de actualisatie een voordeel van 1,4 miljoen euro in 2026 oplopend tot 4,7 miljoen euro in 2029.
1. Gemeentefonds – meicirculaire 2025
De begroting 2026 wordt gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2025. Er worden niet alleen mutaties van de circulaire verwerkt maar worden ook de onderliggende maatstaven geactualiseerd naar de laatste inzichten. De ontwikkeling is als volgt:
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Verwachte ontwikkeling volumeaccres | 0,7 | 1,6 | 1,4 | 1,9 |
Verwachte ontwikkeling prijsaccres | 7,3 | 7,2 | 7,7 | 8,7 |
Totale ontwikkeling accres | 8,0 | 8,8 | 9,1 | 10,6 |
Gedeeltelijke demping ravijnkorting | 6,40 | 6,75 | 6,59 | 6,62 |
Onderuitputting BTW-compensatiefonds | -1,85 | -1,85 | -1,85 | -1,85 |
Ontwikkeling maatstaven | 3,7 | 2,3 | 3,9 | 4,6 |
Verwachte ontwikkeling MC2025 | 16,25 | 16,00 | 17,74 | 19,97 |
Verwachte ontwikkeling volumeaccres
De bbp-volumeontwikkeling is voor enkele jaren opwaarts bijgesteld. Dit vertaald zich in een hoger volumeaccres van 0,7 miljoen euro in 2026 oplopend tot 1,9 miljoen euro vanaf 2029.
Verwachte ontwikkeling prijsaccres
De bbp-prijsontwikkeling is geactualiseerd. Met name de bijstelling over 2025 is hoger (wordt 3,6% en was 2,7%) wat doorwerkt in de meerjarenraming. De verwachte ontwikkeling van het prijsaccres in 2026 bedraagt 7,3 miljoen euro oplopend tot 8,7 miljoen euro vanaf 2029.
Gedeeltelijke demping ravijnkorting
In het regeerakkoord Rutte IV zijn gemeenten voor 3,0 miljard euro gekort in het gemeentefonds. Met het schrappen van de verdere oploop van de opschalingskorting is dat eerder teruggebracht naar een korting van 2,4 miljard euro. In de Rijksvoorjaarsnota 2025 is de ravijnkorting met nog eens 0,4 miljard euro verlaagd vanaf 2026 tot een korting van + 2 miljard euro vanaf 2026.
Ons aandeel in de gedeeltelijke demping van de ravijnkorting is jaarlijks ruim 6 miljoen euro.
Onderuitputting BTW compensatiefonds (BCF)
Op basis van de benutting van het BTW compensatiefonds in 2024 is de ruimte onder het plafond BCF opnieuw bepaald. De onderuitputting mogen gemeenten meerjarig betrekken in de ramingen. Doordat de ruimte onder het plafond BCF afneemt is het nadeel 1,85 miljoen euro per jaar.
Ontwikkeling maatstaven (en voordeel uitstel vervanging abonnementstarief Wmo)
Meerjarig hebben we de ontwikkeling van het aantal inwoners en woonruimten geactualiseerd naar de meest recente verwachtingen rondom woningbouw en inwonergroei. Er vindt een verschuiving plaats van de groei van het aantal inwoners en het aantal woonruimten naar latere jaren. Ook is het aantal bijstandsontvangers afgenomen.
Daarnaast is de uitkeringsfactor in de meicirculaire 2025 in ieder jaar verhoogd met 7 à 8 punten. Dit geeft een structureel voordeel van 4 miljoen euro. In 2026 is door uitstel van de vervanging van het abonnementstarief Wmo een voordelige afwijking van 1,7 miljoen euro.
Per saldo is in 2026 het voordeel 3,7 miljoen euro, 2,3 miljoen euro in 2027, 3,9 miljoen euro in 2028 en 4,6 miljoen euro in 2029.
2. MJB-posten ingezet bij reële begroting
Een aantal posten werden in voorgaande jaren als mutatie verrekend met het financieel perspectief maar deze zijn nu betrokken bij de invulling van de taakstelling ‘reële begroting’. Het betreffen:
- BUIG (betreft de uitkomst van de actualisatie in oktober 2024)
- Brandverzekering
- Leerlingenvervoer
3. BUIG **
De actualisatie in het voorjaar van 2025 leidt tot een aanvullend voordeel. Eerder is bij de actualisatie van het BUIG-budget in oktober 2024 al een inschatting van ons uitgavenaandeel gemaakt. Nu de landelijke realisatie bekend is, weten we ook wat het werkelijke uitgavenaandeel is geweest. We zien dat dit aandeel nog verder is afgenomen. Het voordeel bedraagt 826 duizend euro in 2026 oplopend tot 955 duizend euro vanaf 2029. Het voordeel dat in het najaar 2024 is geconstateerd is meegenomen als maatregel in het proces reële begroting. De bijstelling voorjaar 2025 loopt via het meerjarenbeeld.
4. Rente-effecten
De omvang van de te financieren vaste activa komt naar verwachting lager uit dan eerder voorzien. Daarnaast ligt de stand van de reserves en voorzieningen hoger (onder andere door bestemming van voordelige resultaten). Aan het begin van 2026 komt de financieringsbehoefte aan langlopende leningen om die redenen lager uit dan voorzien. Rekening houdend met een hogere rentetoevoeging aan de reserves leidt dit per saldo tot een meevaller van 1,1 miljoen euro. Genoemde oorzaken werken door naar latere jaren en de meevaller loopt op tot 1,85 miljoen euro in 2029. Daarnaast is het rente-omslagpercentage met 0,10% verlaagd naar 1,60% waardoor er vanaf een 2026 een voordeel ontstaat van 1,1 miljoen euro vanwege lagere kapitaallasten.
5. Nominale compensatie
Nacalculatie van de loon- en prijsontwikkeling over 2024 en 2025 betekent een verhoging van de budgetten met 0,16%. De negatieve bijstelling vanaf 2026 is daarmee minimaal.
Werkgevers en bonden hebben een onderhandelingsresultaat bereikt dat in juni isvoorgelegd aan de vakbondsleden. Dit loonbod is als uitgangspunt genomen en daarmee vervalt de eerdere inschatting op basis van CPB-ramingen. De belangrijkste afspraken in de Cao zijn:
- Loonsverhoging in 2025 per 1 april van 2,0% en per 1 oktober van 1,85%
- Loonsverhoging in 2026 per 1 juli van 1,25% en een vaste verhoging van €35 per salarisschaal
- Loonsverhoging in 2027 per 1 januari van 1,60% (de Cao loopt na het eerste kwartaal van 2027 af)
- Gemeenten zijn verplicht een reiskostenregeling aan te bieden vanaf 2026
- de toelage onregelmatige dienst (TOD) wordt verhoogd met 35%
Omdat de impact van de reiskostenregeling en het effect van de TOD verhoging nog niet volledig duidelijk is houden we rekening met een reservering van 0,9% bij de concernposten. Zodra dit helder is zullen de budgetten gericht worden gecompenseerd voor deze effect ten laste van de reservering.
Voor de prijsontwikkeling is meerjarig aangesloten bij de raming conform het CEP2025.
Voor 2026 is het percentage OVA (voor indexering jeugd) geraamd op 4,45% (was 3,48%). Daarnaast is het jeugdbudget toegenomen t.o.v. de begroting 2025. Hierdoor ontstaat een nadelige bijstelling.
Gesubsidieerde instellingen indexeren we op basis van de nominale ontwikkeling in het jaar T-2. De indexatie voor 2024 en 2025 is naar boven bijgesteld en dit werkt door in een hogere indexatie voor 2026 en 2027.
**) Het bedrag voor nominale compensatie is geactualiseerd. De NZA heeft voor 2026 het percentage voor OVA-indexatie (5,13%) gepubliceerd. Door een forse prijsbijstelling in 2025 (nacalculatie) ontstaat een nadeel vanaf 2026. Bijstelling van de indexatie gesubsidieerde instellingen leidt nog tot een voordeel vanaf 2027. Daarnaast kan 460 duizend euro vrijvallen van de gemaakte reservering op concernposten omdat het effect van de verhoging TOD (toelage onregelmatige dienst) verhoging meevalt. Per saldo is het nadeel 658 duizend euro in 2026, in 2027 t/m 2029 bedraagt het jaarlijkse voordeel telkens ongeveer 300 duizend euro.
Het financiële effect dat dan per saldo ontstaat is een nadeel van 4,0 miljoen euro in 2026 oplopend tot een nadeel van 11,6 miljoen euro vanaf 2029.
6. Energie **
Doordat de energieprijzen zijn gedaald ten opzichte van vorig jaar, is het benodigde budget voor de begroting 2026 naar beneden bijgesteld. Op basis van de huidige prijsontwikkelingen en het reeds ingekochte aandeel energie voor 2026, verwachten we dat er structureel 750 duizend euro kan vrijvallen en voor 1 miljoen euro in 2026.
7. Belastingen
De ontwikkeling van onze belastinginkomsten zijn gerelateerd aan de ontwikkeling van de lonen en prijzen. Daarnaast vindt er voor de belastingtarieven nacalculatie plaats van de tarieven over voorgaande jaren (2024 en 2025: +0,16%). De bijstelling bedraagt 0,7 miljoen euro in 2026 oplopend tot 1,5 miljoen euro vanaf 2029.
8. Uitvoeringskosten bezwaar en beroep WOZ
In afgelopen jaren zijn er als gevolg van grote hoeveelheid bezwaar- en beroepschriften hogere uitvoeringskosten gemaakt voor de afhandeling van deze extra WOZ-bezwaren en beroepen. Daarnaast zijn ook de uitgekeerde proceskostenvergoedingen afgelopen jaren gestegen. Door in werking treden van nieuwe wetgeving verwachten wij op termijn, dat de proceskostenvergoedingen zullen teruglopen. Vanaf 2024 heeft het Noordelijk Belastingkantoor (NBK) ingezet op een kwaliteitsimpuls door extra inzet op het waarderen van de WOZ-objecten. Wij verwachten hierdoor op termijn een vermindering van het aantal bezwaren en de toegekende proceskostenvergoedingen.
In de begroting is vanaf 2025 rekening gehouden met terugkeer naar het oude kostenniveau van voor de kostenstijgingen. Wij zien nog geen terugloop van kosten in boekjaar 2024. Het komt daarom te vroeg om meerjarig terug te keren naar oude kostenniveau in de begroting. Voor 2026 schatten wij dat de kosten 500 duizend euro hoger zijn.
9. Logiesbelasting
Op verzoek van de hotelsector worden de tarieven van de logiesbelasting niet jaarlijks maar driejaarlijks aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen. Hierdoor is er stabiliteit in de tarieven. De voorgestelde tariefverhoging leidt tot een extra opbrengst van 428 duizend euro vanaf 2026.
10. Voorziening afkoopsom graven
Het afgekochte grafonderhoud loopt via een voorziening, conform voorschriften van het BBV. Jaarlijks vindt er een onttrekking aan de voorziening plaats ter hoogte van het in dat jaar benodigde onderhoudsbedrag. Daarnaast storten we jaarlijks een bedrag bij voor een (nieuw tiende) jaar. De hoogte van deze jaarlijkse bijstorting wordt elk jaar, bij het opstellen van de begroting, geactualiseerd op basis van gedetailleerde overzichten van al het afgekochte onderhoud.
De voorziening moet in de jaarrekening van voldoende omvang zijn om de kosten voor de komende tien jaren te kunnen dekken. Dit betekent een beperkt hogere jaarlijkse dotatie aan de voorziening.
11. Areaalontwikkeling
De benodigde budgetten voor het onderhoud aan de openbare ruimte door ontwikkelingen in het areaal is geactualiseerd ten opzichte van de begroting 2025. In 2026 leidt dit tot een voordeel van 80 duizend euro, in 2027 een voordeel van 60 duizend euro, in 2028 een voordeel van 40 duizend euro en in 2029 een nadeel van 50 duizend euro.
12. BTW op riolering en afvalstoffenheffing **
Voor de BTW compensatie op riolering en ASH is er geen wijziging ten opzichte van de reeks waarmee in de meerjarenbegroting al rekening wordt gehouden.
13. BTW op bouwleges **
Het is mogelijk om bij de leges omgevingsvergunningen de compensabele btw mee te nemen in de legestarieven. We ramen jaarlijks een incidentele opbrengst omdat de toerekenbare btw kan fluctueren. De incidentele opbrengst voor 2026 kan op dit moment niet goed worden ingeschat. We brengen de verwachte opbrengst voor 2026 in beeld en verwerken dat op een later moment in de begroting.
14. Dividenden Enexis en BNG
In 2026 is sprake van een incidenteel voordeel van 1,211 miljoen euro omdat we het verwachte dividend over onze Enexis hebben verwerkt. (Het dividend wordt incidenteel geraamd omdat we in ons weerstandsvermogen rekening hebben gehouden met de opbrengst van een eventuele verkoop).
Op basis van het jaarverslag van de BNG hebben we onze jaarlijkse dividendverwachting met 100 duizend euro verhoogd tot 840 duizend euro vanaf 2026.
15. Leges op reisdocumenten
In 2014 is de geldigheidsduur van reisdocumenten verlengd van 5 naar 10 jaar. Hierdoor lopen de inkomsten terug. Een deel van de lagere inkomsten wordt gecompenseerd door lagere personele inzet. In 2029 verwachten we ten opzichte van 2028 een inkomstendaling van 660 duizend euro. De verwachte kostendaling is 168 duizend euro zodat het nadeel 492 duizend euro bedraagt in 2029.
16. Terugloop kapitaallasten
Dit betreffen specifieke investeringen waarvan de afnemende kapitaallasten terugvallen naar meerjarenbeeld. De impact is beperkt en loopt op tot een nadeel van 27 duizend euro in 2029.
17. Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers
Het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is gewijzigd. Daarmee krijgen raadsleden aanspraak op een vergoeding om voorzieningen te kunnen treffen voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen 112 duizend euro.
18. GR – GGD Groningen
Op basis van de conceptbegroting van de GGD Groningen is onze bijdrage meerjarig bijgesteld. De begroting bevat geen nieuwe beleidsvoorstellen. De meerjarenbegroting van de GR is, in afwijking van vorige begrotingen, niet geïndexeerd. De meerjarenbegroting van onze gemeente houdt wel rekening met toekomstige loon- en prijsontwikkelingen. Daarom hebben we conform de gedragslijn uit eerdere begrotingen van de GGD (voorheen PG&Z) de indexering meerjarig op 2,5% gesteld.
De extra bijdrage in 2026 is 508 duizend euro en wordt vooral veroorzaakt door de actualisatie van loon- en prijsontwikkelingen. Meerjarig loopt de extra bijdrage op tot 1,1 miljoen euro in 2029.
19. GR- Omgevingsdienst Groningen
De deelnemersbijdrage is gebaseerd op de te verwachten jaaropdracht per deelnemer; rekening houdend met de ondergrens van het regionale beleid. De nadelige bijstelling bedraagt 18 duizend euro in 2026, 19 duizend euro in 2028, 20 duizend euro in 2029 en 56 duizend euro vanaf 2030.
20. GR - Groninger Archieven
De bijdrage aan de verbonden partijen wordt jaarlijks via het meerjarenbeeld geactualiseerd. De bijstelling als gevolg van actualisatie van lonen en prijzen bedraagt 19 duizend euro in 2026 oplopend tot 133 duizend euro vanaf 2029.
De omzetbelasting op uitgaven kan worden verhaald bij het BTW compensatiefonds. Hiermee werd in de begroting nog geen rekening gehouden. Het voordeel bedraagt jaarlijks circa 100 duizend euro.
21. GR - Veiligheidsregio Groningen
De bijdragen aan de GHOR, crisisbeheersing en de gemeentelijke kolom worden bepaald aan de hand van het aantal inwoners. De bijdrage aan het programma brandweer is naar een verdeelsleutel op basis van het aandeel voor brandweerzorg in het gemeentefonds. Onze bijdrage neemt toe met 67 duizend euro in 2026 oplopend tot 376 duizend euro in 2029.
22. GR – Noordelijk belastingkantoor
De bijdrage aan de verbonden partijen wordt jaarlijks via het meerjarenbeeld geactualiseerd. De bijstelling loopt voor een deel via de toerekening aan (kostendekkende) tarieven en voor een deel via het financieel meerjarenbeeld. De bijstelling bedraagt 187 duizend euro voordelig in 2026 aflopend tot 69 duizend euro in 2029.
