Financieel meerjarenbeeld

Dekkingsbronnen 2026-2029

Voor de begroting 2026-2029 zijn er aanvullende dekkingsmaatregelen in beeld gebracht.
Met het proces reële begroting bereiden we ons voor op de situatie dat het financieel minder wordt en we bezuinigingsmaatregelen moeten nemen. We hebben een inschatting gemaakt welke maatregelen op korte termijn (vanaf begroting 2026) kunnen worden ingezet. Dit zijn de maatregelen die relatief makkelijk (zonder grote beleidsconsequenties) overgenomen kunnen worden.

De verdeling van de maatregelen 2026-2029 is in onderstaande tabel opgenomen. Vervolgens is per dekkingsbron een toelichting gegeven.

1. Stedenbanden
Deze maatregel betreft het stoppen met de formele stedenbanden die de gemeente Groningen onderhoudt met enkele andere steden in de wereld. De aanleiding hiervoor is een evaluatie eind 2023 waaruit de conclusie volgde dat de stedenband als middel gedateerd is, en we bovendien stedenbanden hebben met steden in Rusland en China. Dat zijn op dit moment geen logische keuzes voor een stedelijk partnerschap. Stedenbanden zijn als instrument te rigide om in te kunnen spelen op een veranderende wereld. Daarom heeft het college in 2025 besloten het budget stedenbanden niet meer voor dit doeleinde beschikbaar te houden.
Vooralsnog nemen we de structurele vrijval van 130 duizend euro die ontstaat door het stoppen met de stedenbanden vanaf 2026 mee in het proces reële begroting.

2. Bijdrage Regio Groningen Assen
Voor de Regio Groningen-Assen houden we rekening met een verlaging van de jaarlijkse bijdrage van 550 duizend euro vanaf 2026. De vrijval in 2026 en 2027 wordt ingezet voor:

• Cofinanciering Volkshuisvestingsfonds: 490 duizend euro (intensivering 6);
• Toezichthouder BAG: 60 duizend euro (intensivering 5).

3. Parkeerbedrijf
Op basis van de resultaten van het Parkeerbedrijf over 2022 en 2023 is in 2025 een bedrag van 2 miljoen euro structureel toegevoegd aan de concernbegroting. Gezien het resultaat over 2024 en de prognose voor 2025 e.v. is er ruimte om nog eens 1 miljoen euro structureel toe te voegen aan de algemene middelen.

4. Verhogen Precariobelasting
Het grootste deel van de opbrengsten uit gebruik gemeentegrond betreft precariobelasting. Hier is sprake van een structureel voordeel van 150 duizend euro dat kan worden ingezet voor het proces reële begroting.

5. Reclamedragend straatmeubilair
 Als beheerder van de openbare ruimte exploiteert de gemeente de openbare ruimte voor reclamedoeleinden en het treffen van voorzieningen. Hiervoor sluit de gemeente contracten af met bedrijven die deze reclame voor de adverteerders verzorgen (exploitanten). Het gaat alleen om gecontracteerde reclame die bevestigd is aan gemeentelijk eigendommen in de openbare ruimte. De geraamde opbrengsten overstijgen de kosten. We houden vanaf 2026 rekening met een structurele opbrengst van 350 duizend euro.

6. BUIG
Het voorlopige budget voor volgend jaar komt hoger uit dan dat we hadden ingeschat in de ontwerpbegroting 2025. Deze toename wordt veroorzaakt door een stijging van het aandeel dat we hebben in het landelijke budget voor bijstand en hangt samen met de actualisatie van het model die inhoudt dat er een recenter peiljaar is gehanteerd. Als we het saldo op het budget voor bijstandsuitkeringen opnieuw bepalen verbetert dit saldo met 1,3 miljoen euro structureel.

7. Leerlingenvervoer
Het aantal leerlingen is iets gedaald, maar het aantal declarabele kilometers is toegenomen. Deze twee factoren zijn van belang voor het ramen van de kosten. Actualisatie van het jaarlijks benodigde budget voor leerlingenvervoer leidt tot een vrijval van 426 duizend euro vanaf 2026.

8. Brandverzekering
Alle opstallen en inventarissen in eigendom van de gemeente zijn verzekerd tegen brand. Bij de vorige aanbesteding is de premie met 35% verhoogd. Dit had te maken met onder andere een meer brandschades in de afgelopen jaren, minder concurrentie in de markt en solvabiliteitseisen voor verzekeraars. Op basis van onderzoek naar ontwikkelingen op de verzekeringsmarkt zagen we dat de verzekeringspremies aan het dalen waren. Daarom hebben we vervroegd een nieuwe aanbesteding opgestart.
We houden vooralsnog rekening met een verlaging van de kosten met 1 miljoen euro per jaar vanaf 2026.

9. Regeling vermindering werkweek oudere werknemer
Deze regeling beoogt oudere werknemers onder voorwaarden de mogelijkheid te bieden om maximaal een dag (0,2 fte) in de week minder te gaan werken. Daarbij wordt het verlies aan salaris deels gecompenseerd door middel van een garantietoelage, die bestaat uit een vast bedrag. Belangrijk is dat aan deze regeling langjarige kosten zijn verbonden. In de begroting hebben we een budget van 1,285 miljoen euro beschikbaar voor deze regeling. Vooralsnog houden we rekening met het niet opnieuw invoeren van Regeling Vermindering Werkweek Oudere Werknemers (VWOW).

10. Post onvoorzien
De post onvoorzien is bedoeld om onverwachte lasten te dekken die niet in de reguliere begroting zijn opgenomen. Volgens de verslaggevingsregels (BBV) moeten we in de begroting een post onvoorzien opnemen. De BBV schrijft niet voor hoe hoog deze post moet zijn. In de begroting is nu een post onvoorzien van 199 duizend opgenomen. We verlagen de post onvoorzien met 100 duizend euro vanaf 2026. Een verlaging van de post onvoorzien betekent dat er minder ruimte is om onvoorziene tegenvallers in de begroting op te vangen.